Gisteren vond de tweede zittingsdag plaats in de zaak Tulipan, waarin voormalig Gevolmachtigde Minister in Nederland, Guilfred Besaril, en voormalig waarnemend directeur van het Arubahuis, Glenn Ling, worden verdacht van verduistering van overheidsgelden tijdens hun ambtstermijn.
Tijdens de zitting presenteerde het Openbaar Ministerie (OM) zijn requisitoir en strafvordering tegen beide verdachten. Voor Besaril eist het OM een gevangenisstraf van twee jaar, onvoorwaardelijk. Daarnaast legde het OM een ontnemingsvordering op voor een bedrag van bijna 200.000 florin. Tegen medeverdachte Ling eiste het OM een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
In haar requisitoir behandelde de officier van justitie uitgebreid de inhoud van het dossier en benadrukte dat de handelingen van Besaril ernstig zijn en dat zijn intentie was zichzelf te verrijken met gemeenschapsgeld, in plaats van Aruba en het Arubahuis te dienen. Zij stelde dat hij zijn plicht om zijn land integer te dienen heeft verzaakt.
Het OM noemde meerdere voorbeelden waarbij Besaril overheidsgeld gebruikte voor privédoeleinden, zoals het betalen van kabel-tv en internet via Setar op een privéadres, het renoveren en aanschaffen van meubels voor een huurwoning in Nederland, het gebruik van VIP-services, dineren in restaurants, boodschappen doen, en tanken tijdens privévakanties.
De officier benadrukte dat Besaril zich niet hield aan de geldende procedures voor het gebruik van onder andere de bankpas van het Arubahuis en dat hij zonder verantwoording uitgaven deed met publieke middelen.
Wat betreft de verdediging van Besaril, voerde zijn advocate Doris Canwood een uitgebreide verdediging, waarin zij gedetailleerd argumenteerde dat haar cliënt onschuldig is aan de beschuldigingen van verduistering.
Zij stelde onder meer dat Besaril van mening is dat hij geen strafbare handelingen heeft gepleegd. Wat betreft het telecomdossier benadrukte zij dat de Gevolmachtigde Minister recht heeft op communicatie in zowel Aruba als Nederland, aangezien zijn werk beide landen betrof. Bovendien stelde zij dat er destijds nog geen specifiek beleid bestond met betrekking tot communicatievergoedingen—dit werd pas in 2022 ingevoerd.
Over de renovatie en inrichting van de huurwoning van Besaril stelde Canwood dat, volgens het Centrum voor Administratieve Dienstverlening (CAD), de Gevolmachtigde Minister recht had op een fatsoenlijk ingerichte woning, en dat de woning van Besaril niet voldeed aan die norm. Er was geen toestemming van de minister-president gevraagd omdat dit alleen nodig is bij grote investeringen, wat hier volgens haar niet het geval was.
Wat betreft zijn vakantie in Aruba, verklaarde Canwood dat Besarils verblijf oorspronkelijk privé was, maar later een werkbezoek werd vanwege het bezoek van staatssecretaris Knops.
Canwood benadrukte ook dat Besaril als Gevolmachtigde Minister recht had op gebruik van VIP-services op de luchthaven en dat voorgangers eveneens hiervan gebruikmaakten, inclusief familieleden, één à twee keer per jaar.
Wat betreft het gebruik van de bankpas, waar de rechter en het OM kritiek op uitten, stelde Canwood dat er destijds geen duidelijke regels waren voor het gebruik hiervan; die kwamen pas in 2022.
Voor medeverdachte Ling voerde advocaat Demis Ellis een korte verdediging, in tegenstelling tot die van Canwood. Zijn verdediging was gebaseerd op het feit dat Ling geen persoonlijk of financieel voordeel genoot van de situatie. Hij erkende dat zijn cliënt tekortgeschoten is in zijn verantwoordelijkheid, maar dat dit niet betekent dat hij medeplichtig was aan de handelingen van Besaril.
Ellis stelde dat het feit dat Ling niet expliciet ingreep, niet gelijkstaat aan het goedkeuren van de handelingen van Besaril. Hij wees erop dat Ling regelmatig werd geconfronteerd met bonnen en facturen waaruit bleek dat het geld al was uitgegeven voordat hij zijn handtekening kon zetten.
Ellis benadrukte dat het feit dat zijn cliënt documenten achteraf ondertekende, niet impliceert dat hij de feiten goedkeurde, omdat deze plaatsvonden voordat hij daarvan op de hoogte was.
Zowel Ellis als zijn cliënt erkenden dat de ex-directeur tekortgeschoten is in zijn taak als verantwoordelijke voor het budget van het Arubahuis. Ze betreuren het dat hij niet eerder heeft ingegrepen, wat volgens het OM juist de basis is voor de beschuldiging van passieve medeplichtigheid—omdat hij wist van de onregelmatigheden, maar niet handelde en Besaril zijn gang liet gaan met overheidsgeld.
Na afloop van de zitting gaf officier van justitie Zamira Paesch een verklaring over de zaak. Ze gaf aan dat het OM met het aanbrengen van bepaalde zaken een duidelijk signaal wil afgeven: niemand staat boven de wet, en wetten zijn er om nageleefd te worden.
Ze benadrukte dat mensen in belangrijke of sleutelposities—zoals een oud-directeur van het Arubahuis of een voormalig Gevolmachtigde Minister, maar ook andere ministers of parlementariërs—zich moeten realiseren dat ook zij verantwoording moeten afleggen. “Wanneer er iets onwettigs gebeurt, wordt er onderzoek gedaan en treedt het OM op,” aldus Paesch.
Volgens haar is het belangrijk dat de norm in de samenleving niet wordt dat bepaald gedrag geaccepteerd is. “Het gaat om geld van het volk, belastinggeld, dat bestemd is voor de uitvoering van overheidstaken in Aruba, voor een beter Aruba. Dat geld mag nooit voor privédoeleinden worden gebruikt,” voegde zij toe.
Paesch benadrukte dat in deze zaak het draait om de rol van de oud-directeur van het Arubahuis—één die volgens het OM actief schuldig is aan verduistering en één die passief mede schuldig is aan verduistering.
Zij legde uit dat het artikel over verduistering door een ambtenaar expliciet verwijst naar situaties waarin een ambtenaar ziet dat er iets fout gaat en niets onderneemt. “Dit wetsartikel beschermt niet alleen de staatskas, maar ook de integriteit van het gehele overheidsapparaat, want het publiek moet kunnen vertrouwen dat personen in sleutelposities eerlijk en integer handelen, en hun werk naar eer en geweten uitvoeren. En dat is precies waar deze zaak over gaat,” besloot zij.