De Partido Patriotico Arubano (PPA) roept de regering op om een concreet plan op te stellen dat het voor Arubaanse studenten makkelijker maakt om na hun studie terug te keren naar het eiland. Dat zei fractieleider en parlementariër Eduard Pieters tijdens een persconferentie deze week.

Pieters verwees naar de recente motie van Tweede Kamerlid Raoul White (GroenLinks-PvdA), die pleit voor een vorm van kwijtschelding van studieschuld voor studenten van de Caribische delen van het Koninkrijk (de CAS- en BES-eilanden) die binnen een bepaalde termijn terugkeren naar hun eiland. Volgens Pieters is de PPA volledig voorstander van dit voorstel, omdat het aansluit bij het partijprogramma *Nos Aruba 2050*, waarin het stimuleren van de terugkeer van jonge professionals een belangrijke prioriteit is.

De PPA had zelf eerder, op 28 maart , een motie ingediend tijdens de behandeling van de rijksbegroting. Daarin werd de regering opgeroepen om in gesprek te gaan met de Nederlandse Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) om een renteverlaging voor succesvol afgestudeerden te realiseren, in combinatie met een gratieperiode van vijf jaar waarin afgestudeerden zich op Aruba kunnen vestigen voordat zij beginnen met het terugbetalen van hun studielening.

Pieters bekritiseerde dat de oppositie destijds tegen deze motie stemde, ondanks het feit dat zij volledig gericht was op steun aan Arubaanse studenten. “We moeten ophouden met politiek bedrijven door automatisch tegen voorstellen te stemmen alleen omdat ze van de oppositie komen,” zei hij. “Wanneer een voorstel goed is voor het algemeen belang, moet het steun krijgen – ongeacht wie het indient.”

Volgens Pieters vormt dit beleid een essentieel onderdeel van *Mi Aruba 2050*, het plan waarmee de PPA jonge Arubanen wil aanmoedigen om hun talenten in te zetten voor het eiland. Hij benadrukte dat de partij al voor de verkiezingen gesprekken voerde met studenten om hun behoeften in kaart te brengen en op basis daarvan haar programma opstelde.

De PPA pleit ook voor de invoering van een Arubalening , waarbij afgestudeerden die op het eiland gaan werken profiteren van een lagere rente en extra tijd om zich economisch te vestigen.

Daarnaast wees Pieters op de stijgende woningprijzen, die volgens hem worden opgedreven door de groei van vakantieverhuur. Veel jonge stellen met een vaste baan zouden niet in aanmerking komen voor voldoende financiering bij banken, waardoor zij noodgedwongen bij hun ouders blijven wonen of emigreren. “Zo verliezen we waardevolle professionals – in plaats van ‘braingain’ krijgen we ‘braindrain’,” waarschuwde hij.

Tot slot verwees Pieters naar een rapport van de Nederlandse Ombudsman, dat aanbeveelt dat studenten van de Caribische eilanden vaker in de regio gaan studeren, waar hun kans op studiesucces groter is. Voor studenten die al in Nederland studeren, blijft volgens hem het Arubahuis een belangrijke instelling om begeleiding en steun te bieden.

“Onze studenten verdienen betere begeleiding en een beleid dat hun terugkeer mogelijk maakt,” besloot Pieters. “Dat is investeren in de toekomst van Aruba.”