De veroordeling van voormalig Gevolmachtigde Minister Guillfred Besaril is deze week definitief geworden. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie verklaarde het hoger beroep van de verdediging niet-ontvankelijk, waardoor de uitspraak van het Gerecht in Eerste Aanleg van 13 juni 2025 onherroepelijk is.

Achtergrond van de zaak

De strafzaak, bekend als Tulipan, betrof financiële onregelmatigheden binnen het Arubahuis in Den Haag gedurende de periode 2017-2022. Besaril, toenmalig Gevolmachtigde Minister, en waarnemend directeur Glenn Ling werden beschuldigd van verduistering van publieke middelen en machtsmisbruik. In juni veroordeelde de rechtbank beide mannen.

Uit het onderzoek bleek dat Besaril misbruik maakte van zijn positie door het Arubahuis te laten betalen voor privé-uitgaven, waaronder telefoonrekeningen, woonlasten en persoonlijke reizen. Ook gebruikte hij de bankpas van het Arubahuis voor privéaankopen en etentjes, en huurde hij een PR-bedrijf in dat eigendom was van een bekende van hem, terwijl het Arubahuis al een eigen PR-afdeling had.

Oordeel van de rechtbank

De rechter stelde dat Besaril persoonlijk had geprofiteerd van publieke middelen en daarmee de integriteit van het Arubahuis had geschaad. Hij toonde volgens de rechtbank geen inzicht in de ernst van zijn handelen en wees met de vinger naar anderen.

Bij het bepalen van de straf hield de rechter rekening met het feit dat Besaril geen strafblad had en op enkele punten werd vrijgesproken. Hij werd veroordeeld tot 20 maanden gevangenisstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, onder aftrek van het reeds uitgezeten deel in KIA.

Daarnaast moet Besaril meer dan 138.000 florin aan de overheid terugbetalen. Als hij dat niet doet, riskeert hij een extra gevangenisstraf van één jaar.

Beroep te laat ingediend

De advocaat van Besaril diende op 30 juni 2025 hoger beroep in. Volgens het Openbaar Ministerie was dat te laat: de beroepstermijn liep tot 27 juni 2025 om 16.00 uur, het sluitingstijdstip van de griffie. Een e-mail van de advocaat kwam pas om 17.18 uur binnen en werd daarom beschouwd als ingediend op de volgende werkdag – buiten de termijn.

Het Hof volgde deze redenering en verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk. Daarmee blijft de uitspraak van juni van kracht, en is de veroordeling van de voormalige Gevolmachtigde Minister definitief.