Deze week markeerde een van de meest intensieve parlementaire vergaderingen van de laatste tijd, toen het Parlement van Aruba de discussie voortzette over het voorstel voor de Rijkswet HOFA. Het debat duurde van 9 uur ’s morgens tot bijna 6 uur in de namiddag, waarbij parlementariërs hun politieke en technische argumenten presenteerden rond een onderwerp dat volgens velen raakt aan de kern van Aruba’s autonomie binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

Tijdens de vergadering werd de scheidslijn tussen coalitie en oppositie duidelijk zichtbaar. Vanuit de regering benadrukten de fracties die het kabinet AVP/FUTURO steunen dat de Rijkswet HOFA noodzakelijk is om financiële stabiliteit te waarborgen en interne investeringen mogelijk te maken. Volgens hen creëert de wet – in combinatie met een nationale landsverordening – een hybride systeem dat Aruba in staat stelt zijn financiën gedisciplineerd te beheren, zonder de ruimte voor investeringen in infrastructuur, onderwijs en economische ontwikkeling te verliezen.

Voor de oppositie, bestaande uit MEP en PPA, ligt de zaak volledig anders. Zij zien de Rijkswet als een uitholling van de autonomie en een bedreiging voor de Status Aparte waar Aruba jarenlang voor heeft gestreden. De financiële voorwaarden en het externe toezicht dat de wet met zich meebrengt, beschouwen zij als een duidelijke beperking van de soevereine bevoegdheden van het Parlement.

De Rijkswet HOFA is het resultaat van jarenlange onderhandelingen tussen Aruba en Nederland. Na de wereldwijde crisis die Aruba’s economie zwaar trof tijdens de COVID-19-pandemie, was de regering afhankelijk van bijna één miljard florin aan financiële steun uit Nederland. In ruil daarvoor drong Nederland aan op een juridisch kader dat toekomstige stabiliteit en fiscale verantwoordelijkheid garandeert.

De wet legt strikte normen op voor begroting en staatsschuld, en voorziet in toezicht via een onafhankelijke Begrotingskamer en een belangrijke rol voor de Rijksministerraad. Voor de oppositie ondermijnt dit het recht van het Arubaanse Parlement om zijn eigen begroting vast te stellen. Voor de coalitie is het een instrument om internationale geloofwaardigheid te winnen en toegang te behouden tot goedkopere herfinanciering, wat ongeveer 60 miljoen florin per jaar kan vrijmaken voor lokale investeringen.

Oppositieleden schetsten een beeld van politiek materialisme en beschuldigden de regering ervan autonomie in te ruilen voor tijdelijke voordelen. Voor hen is de strijd moreel en nationaal: het beschermen van Aruba’s ziel en vrijheid tegen externe druk.

De AVP-fractie stelde daarentegen dat de HOFA-route een logische voortzetting is van akkoorden die tijdens eerdere regeringsperiodes zijn ondertekend, en dat financiële herstructurering om weloverwogen redenen noodzakelijk is. Zonder een juridisch kader dat vertrouwen wekt bij Nederland en internationale markten, zou herfinanciering duurder worden en minder middelen overlaten voor sociale voorzieningen.

FUTURO-parlementariër Muzanin Wever wees op de politieke implicaties van het eerder gesloten Bestuurlijk Akkoord. Hij waarschuwde dat een gebrek aan juridische duidelijkheid en een verwarrend proces wantrouwen kan creëren en Aruba’s onderhandelingspositie verzwakt.

Ex-premier en MEP-fractieleider Evelyn Wever-Croes benadrukte dat sommige ministers geen concrete antwoorden konden geven over cijfers en impact van de wet, wat volgens haar bevestigt dat de regering zelf niet volledig begrijpt welk voordeel de wet zou opleveren.

Aan het eind van een lange dag werd gestemd. Van de vijf moties op tafel — één verviel uiteindelijk — werd alleen de AVP-motie aangenomen, met een minimale meerderheid van 11 stemmen. Een cruciale onthouding kwam van AVP-parlementariër Mike de Meza, die eerder zorgen had geuit, maar ervoor koos noch voor noch tegen te stemmen. Dit leidde tot de goedkeuring van de Rijkswet HOFA in het Arubaanse Parlement, zij het zonder breed draagvlak.

Voor de AVP is dit een noodzakelijke stap om Koninkrijksafspraken na te komen en Aruba’s financiële geloofwaardigheid te versterken. Toch moet de nationale wetgeving nog door het Parlement worden goedgekeurd voordat de Rijkswet in werking kan treden.

Voor PPA en MEP is de dag echter een donkere bladzijde in Aruba’s geschiedenis. Zij benadrukken dat Aruba een begrotingsoverschot heeft van meer dan 500 miljoen florin, voldoet aan alle financiële normen en zijn schulden betaalt, waardoor zij geen enkele reden zien om toezicht uit handen te geven. Volgens hen draagt de Rijkswet HOFA soeverein budgetrecht over aan een buitenlandse ministerraad, wat voor een land met een autonome Status Aparte onaanvaardbaar is.

Technische vragen vanuit PPA richtten zich op de garanties rond automatische herfinanciering, voorwaarden voor lagere rentepercentages en de praktische uitvoerbaarheid van een Begrotingskamer zonder stabiele financiële of personele middelen. Ook stelden zij vragen over de verenigbaarheid van de Rijksministerraad met de democratische bevoegdheden van het Arubaanse Parlement.

Verder dan de uitslag zelf maakte de vergadering duidelijk dat Aruba zich in een cruciaal moment bevindt. De discussie rond HOFA gaat verder dan rentepercentages: het is een toets van identiteit, autonomie en de visie op de toekomst.

Aruba staat voor een dilemma tussen stabiliteit en soevereiniteit, tussen internationale geloofwaardigheid en zelfstandige besluitvorming. Voor sommigen is de wet een instrument voor vooruitgang; voor anderen een teken van hernieuwde afhankelijkheid.

Hoewel de stemming heeft plaatsgevonden, is het debat over HOFA verre van afgesloten. De oppositie heeft beloofd door te blijven strijden voor autonomie en de bevolking te informeren over de implicaties. Volgens hen heeft meer dan 70% van de kiezers partijen gesteund die de HOFA-wet afwijzen, een signaal dat niet genegeerd mag worden.

Voor de huidige regering blijft financiële stabiliteit en geloofwaardigheid de prioriteit. De coalitie herhaalt dat Aruba zijn verplichtingen moet nakomen om zijn reputatie als verantwoord Koninkrijkspartner te behouden.

De openbare vergaderingen over de Rijkswet HOFA hebben diepe vragen opgeroepen over nationale identiteit, politieke verantwoordelijkheid en de fragiele balans tussen autonomie en samenwerking. Volgens alle fracties hangt Aruba’s toekomst af van de wijsheid waarmee leiders de koers bepalen – vooruitgang zonder verlies van de ziel van een volk dat altijd in zijn vrijheid heeft geloofd.